Zoeken in het klimaatakkoord
Hoe komt het dat energie uit water niet hoog op de Nederlandse klimaatagenda staat. Een energievorm die beter voorspelbaar is dan wind en zonne-energie en minder visueel vervuilt. Dat is toch een essentiële vraag als je kijkt naar de ambities van het kabinet die in het klimaatakkoord zijn opgeschreven: 49% broeikasreductie in 2030 t.o.v. 1990. Waarbij in 2020 het zomaar kan zijn dat dit op Europees niveau 55% zou moeten worden. Met deze ambitieuze plannen is het duidelijk dat de overheid en 5 belangrijke industrieën in wil zetten op duurzame energie en het voorkomen van schadelijke uitstoot. De energiesector zegt vanaf 2025 geen subsidie meer nodig te hebben en belooft dat 70 procent van de opgewekte energie in 2030 uit zon en wind zal komen. Het klimaatakkoord vergelijkt een tijdframe van 40 jaar tot peildatum 2030, waarin de komende 11 jaar de beste resultaten moeten worden geboekt. Die 49% reductie zal alleen gaan lukken als de denkers ook gaan doen en een beroep wordt gedaan op innovatiekracht.
Lobbyen is een vak
Innovatiekracht is een duidelijke opdracht in de triple helix waarin overheden, wetenschappers en ondernemers met particulieren gaan samenwerken. Als innovatie wordt beschreven als een incrementele verandering die waarde toevoegt (in dit geval minder uitstoot) dat moet het bij energie uit water dus ook van deze 3 partijen komen. Innovaties kunnen snel gaan, kijk naar de commerciële toepassingen in de techniek rondom artificial intelligence. Echter waarom gaat de commercialisatie van energie uit water zo langzaam in vergelijk met haar wind- en zonnezusters? Is het zo dat triple helix partijen hier te weinig aandacht aan besteden? Of moet er beter gelobbyd worden in Den Haag door ondernemers?
Potentieel goudmijntje
Een studie door Ecofys
in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) van 2017 voorspelt
dat in 2030 het potentieel van renewable energie tussen de 27% en 34% zou moet liggen,
waarvan hydro power met de verschillende technieken die er zijn zoals
getijdenenergie, golfenergie, zoet-zout gradiënten (osmose) en rivierenergie nog
steeds slechts een fractie zou innemen. Wereldwijd zorgt hydro
power
voor 16% van de duurzame elektriciteitsvoorziening, voornamelijk door
oude technieken zoals het gebruik van stuwdammen en energie uit hoog verval
water dat veel voorkomt in de Nordics en de Alpen. Deze aloude technieken
stuiten begrijpelijk op veel milieu weerstand. Het wereldwijde
ontwikkelingspotentieel voor energie uit water, met name getijdenenergie en
golfenergie is daarentegen enorm. In het buitenland hoeven we Nederland als waterkennisland
niet te verkopen gelet op onze ervaring met de Deltawerken en watertechnologie
projecten begeleid door onze bekende Nederlandse multinationals en architectenbureaus.
Kennis bij Nederlandse universiteiten en kennisinstituten zoals Marin en
Deltares is ook volop aanwezig. Het energie uit water potentieel in Nederland
is met het laag verval rivierwater, getijden energie in de Wadden en Zeeland én
de potentiele multifunctionele energiedijken
niet enorm groot echter wel divers én ideaal om met de opgedane kennis op te
troepen vooruit te lopen. Je zou zeggen dat dit een prachtig exportproduct is. Een
potentieel goudmijntje dat met de juiste investeringen vanuit overheid naast
exportproduct ook nog eens welvaart en veiligheid in buitenlandse laagwatergebieden
op kan leveren.
Redactie: Guido Meijer is (freelance) marketing manager en heeft in opdracht van Tidal
Technology Center Grevelingendam (
TTC-GD )
zich verdiept in de positionering van dit technologie centrum dat zich focust
op marine & small hydro power energy.